Jozef wordt vergeten door de schenker en zit nog twee jaar in de gevangenis. In deze periode doorloopt hij een ware discipelschapsschool, waarin hij gehoorzaamheid leert door het lijden heen. Uiteindelijk herkent de farao dat Gods Geest in Jozef woont en verheft hij hem tot de op één na hoogste positie van het land.
In deze aflevering vertelt Bijbelleraar en evangelist Johan Schep over de parallellen tussen Jozef en de Heere Jezus, en over de schaduwbeelden die we terugvinden in Jozefs vernedering en verhoging.