In Genesis 37 is Jozef nog maar zeventien jaar oud en heeft desondanks toch al veel meegemaakt. Wanneer zijn vader hem naar zijn jaloerse broers stuurt, overwegen zij hem te vermoorden. Ruben protesteert, en de broers besluiten Jozef in de put te gooien. Wanneer Juda voorstelt Jozef te verkopen, trekt een karavaan Ismaëlieten voorbij, die hem naar Egypte voert.
Johan Schep vertelt over de prachtige wijze waarop Jozef een beeld is van de Heere Jezus, en over de gelijkenissen in karakter, omstandigheden en gebeurtenissen.